Goed presteren onder druk, dat is aan Walter Makker wel besteed. In 2013 nam Walter de teugels over van Wivaldi, die sinds de oprichting in 1995 in handen was van Will en Jan Vaandrager. Wivaldi, een organisatiebureau met faciliteren stipt op één. 

Het leukste aan zijn werk vindt hij de evenementen, “Je werkt met een team richting een hoogtepunt, alles moet samenvallen en dan moet het ook echt af zijn. Uitstellen naar een later moment kan dan niet meer.” Een 9-tot-5 mentaliteit heeft hij dan ook niet. “Het geeft een gevoel van overwinning als alles net op tijd af is wanneer de bezoekers op de deur kloppen.” 

Hij doelt hiermee op de opbouw van Jumping Amsterdam. Een van de grootste uitdagingen in zijn werk. Is dat niet erg stressvol? “Vergeleken met andere evenementen is de op- en afbouwperiode van Jumping minimaal en superstrak. De RAI is verhuurd zowel voorafgaand aan Jumping, als direct erna. De druk op de op- en afbouw is groot, maar daardoor is het ook extra gaaf als het allemaal weer lukt!” 

De kracht van Wivaldi is faciliteren. Meedenken in alles op en rondom het evenement. Denk aan het maken van AutoCAD tekeningen van het evenementen-terrein, inschakelen van leveranciers, op- en afbouwbegeleiding, opslag en transport van sponsormateriaal. 

“In 2017 sprak ik Irene Verheul tijdens de finale van de Longines FEI Jumping Nations Cup in Barcelona. We hadden al eerder samengewerkt voor toenmalig opdrachtgever EQ International en we waren beide enthousiast om die samenwerking voort te zetten bij Jumping Amsterdam.” 

Helemaal onbekend met het evenement was hij niet. “Ik leverde reeds sponsormateriaal en was een trouwe bezoeker op de vrijdagavond. En niet op de laatste plaats voor het Amsterdamse feest, haha!” 

We vroegen ook naar Walter’s persoonlijk favoriete herinnering van Jumping Amsterdam. Een moment dat op vele indruk maakte. “Dat moet dan in 2019 zijn, de Wereldbeker op zondag. De tribunes zaten helemaal vol en het publiek leefde echt mee. Dit was het jaar van de overwinning van Henrik von Eckermann. Elke keer dacht iedereen dat de barrage niet nóg sneller kon. Iedere ronde ging nét wat sneller en iedereen ging uit zijn dak toen hij nog sneller de finish bereikte. Een kippenvel moment.”