Ze is 72 jaar, geboren en duidelijk hoorbaar Amsterdamse en volgens eigen zeggen “gewoon een leuke, gezellige vrouw”. Maar met die omschrijving nemen we natuurlijk geen genoegen als je al meer dan 15 jaar vrijwilligster bent op ons concours. Niet zomaar een vrijwilligster, één die zich met hart en ziel inzet en niet uitgepraat raakt over die 4 dagen in de RAI. Want, zeg nu zelf, als je op je oude dag nog op de foto mag met Gerard Joling en Edward Gal, dat is toch geweldig !? Aldus Wil.

Even voorstellen.

Ze begint haar verhaal: “Ik woon inmiddels in ’t Gooi, in een heel mooi stukje Bussum, heb 3 dochters van 45, 35 en 33 jaar en 6 kleinkinderen. Mijn dochters en ik rijden allemaal. Ja, ik ook nog steeds. Ik ga niet meer op gekkenhuizen zitten hoor, maar ben niet bang, ik maak zelfs nog wel eens een sprongetje. Ook 2 van mijn kleinkinderen rijden, ze hebben zelfs al Bixie wedstrijden gereden. Als werk pas ik op het huis, de stallen en de honden van Vera Verwelius. Vera is o.a. bekend als eigenaresse van het toppaard Delacroix van Vincent van Gasselt die hier zoals ik het noem “hoofd stal” is”. Lachend: “Ik rij niet op Delacroix hoor, maar ik mag hem wel zijn deken op doen.

Hoe het allemaal begon.

Het is moeilijk te zeggen hoe lang ik al op Jumping Amsterdam kom. Als publiek zeker 20 jaar, misschien nog wel meer. Toen was het allemaal heel anders, alle hallen waren nog in gebruik. Ik weet nog dat ik het toen al geweldig vond, dat ik meteen al blij werd als ik de RAI binnen liep. De shops, de entourage, zo mooi. En weet je wat het bijzondere is? Daar is na al die jaren nog niets aan veranderd, het went niet, ik ben nog steeds even blij als ik via de draaideur naar binnen stap. Na een aantal jaren publiek te zijn geweest, kwam ik via Manege Any Dale in Muiderberg, waar ik paarden reed voor eigenaren die op vakantie waren of gewoon eens niet konden, in contact met dames die al vrijwilliger waren bij Jumping Amsterdam. Tot mijn grote blijdschap konden ze nog mensen gebruiken. Zo is het begonnen, ik denk inmiddels al wel 15 jaar geleden. Ik ben als hostess gestart en dat doe ik nog steeds. Zo sta ik op het bestuursterras, maar bijvoorbeeld ook bij de merchandise. Mensen verwelkomen, afstrepen op de gastenlijst, ik vind het allemaal even leuk om te doen. Op het bestuursterras heb ik al veel leden van het koninklijk huis gezien, dat vind ik bijzonder, niet iedereen maakt dat mee.

Unieke sfeer.

Dat is leuk, maar niet het belangrijkste. Dat is de sfeer!!! Met uitroeptekens. Je zo ontzettend welkom voelen. Dit gevoel leeft onder de vrijwilligers en organisatie, maar ook onder het publiek. Tot op de eerder genoemde merchandise aan toe, de spullen zijn niet aan te slepen. Mooie en goede paarden heb je op alle concoursen, maar de sfeer in Amsterdam is uniek. Ook bijzonder is dat de vrijwilligers in het hotel mogen slapen. Na afloop van een lange dag een borrel doen met de ruiters en met iedereen op de foto mogen, geweldig vind ik dat. Favoriet zijn bij mij daar de Whitakers uit Engeland, springruiters, daar kun je zo gezellig een borreltje mee doen! Ook de shows in Amsterdam vind ik geweldig. Twee wil ik er graag noemen, de London Mounted Metropolitan Police en de Future Guys, zo spectaculair, GE-WEL-DIG! Eigenlijk heb ik geen wensen meer m.b.t. Jumping, ik heb al zoveel geluk gehad, ik sta zelfs op de foto met Edward Gal en Totilas, wie kan dat nu zeggen ?!

Jumping gemist.

Dit jaar, toen Jumping Amsterdam niet door kon gaan door Corona,  heb ik het dan ook heel erg gemist. Dagelijks dacht ik er aan en ik ben nog steeds bang dat het komend jaar weer niet door mag gaan, vreselijk zou ik dat vinden. Dit geldt overigens niet alleen voor Amsterdam, voor alle concoursen. Vera Verwelius, waar ik dus voor werk, heeft vaak een tafel op concoursen en dat heeft de afgelopen tijd allemaal niet gekund, niets was normaal, ik heb dat zo erg gemist. Terug naar Amsterdam, ik heb 2 jubilieumspeldjes van Jumping Amsterdam en die draag ik zelfs op mijn gewone kleding, het hele jaar door, niet alleen tijdens het concours. Het fijne aan ons concours in de RAI vind ik ook dat het indoor is. Ik ga ieder jaar in principe ook naar het CHIO Rotterdam. In principe, want als het regent vind ik het daar een ramp. Als ik uit ga, wil ik er leuk bij kunnen lopen en niet mijn laarzen aan hoeven doen, dan ga ik liever niet.

Jeroen Dubbeldam en Marc Houtzager.

Mijn favoriete discipline is springen, omdat ik het nog steeds leuk vind om op een braaf paard zelf ook een klein sprongetje te maken. Mijn favoriete ruiters zijn Jeroen Dubbeldam en Marc Houtzager”. Wil schatert het uit: “Jeroen niet alleen, omdat hij zo goed kan springen hoor, ik vind het ook een hele mooie man. Marc Houtzager vind ik ook heel goed en extra leuk, we zijn een keer met de vrijwilligers van Jumping bij hem thuis op stal geweest, dat vond ik echt geweldig.

Graag weer terug naar normaal.

Tenslotte wil ik graag zeggen dat ik hoop dat iedereen zich wil laten vaccineren zodat alles snel weer normaal wordt. Alles weer gezellig en bij het oude, wat verheug ik me daar op. En vooral natuurlijk dat iedereen weer gezellig naar Amsterdam komt. Want, op vakantie kan je natuurlijk altijd, maar Jumping is maar 4 dagen per jaar en daar gaat het mij om ! Ja die 4 dagen per jaar in januari, daar verheug ik me ieder jaar zo op, ik word tijdens het concours al verdrietig als het zaterdagavond is en ik me bedenk dat het over 1 dag alweer voorbij is …….”

De liefde voor ons concours druipt er vanaf. Wat een mooie woorden, wat een passie. Net als bij de vorige vrijwilligster van de maand, Margit Groenevelt, zijn we onder de indruk van Wil haar verhaal. Het hele jaar in het teken van die 4 dagen in de RAI. Onder de indruk zijn we, maar ook trots en blij worden we van zulke verhalen. Lieve, trouwe Wil, dank voor het gezellige gesprek, aan ons zal het niet liggen, de voorbereiding is in volle gang, heel graag tot 27 januari in de RAI in Amsterdam !